Meteen naar de inhoud

Uitzicht

"bureau met laptop, schrift, koffie en koptelefoon" bij het persoonlijk verhaal Uitzicht - een blog van een werkende vrouw in coronatijd - Carla Jacobs Tekst & Communicatie

Ze weet het niet, maar ik heb haar goed in het oog. Haar bureau staat schuin onder me, tegen de muur. Voortdurend is ze bezig met apparatuur. Oortjes in, oortjes uit. Snoertjes en kabeltjes ontwarren. Koptelefoon op, weer af, friemelen aan de schuifknopjes. Haar telefoon ligt de hele dag onder handbereik. Praten, praten, praten. Vanwege die oortjes – en soms de koptelefoon – hoor ik niet wat er teruggezegd wordt. Als ze in gesprek is strijkt ze regelmatig haar haren uit haar gezicht.

Twee laptops zie ik. Eentje staat recht voor haar opgesteld, daaraan werkt ze de meeste uren van de dag. De ander staat ernaast, af en toe kijkt ze op het scherm. Ik bespeur haar ingespannen blik. Ze heeft een geconcentreerde houding, opgetrokken schouders en driftig tikkende vingers. Wat ze typt kan ik niet waarnemen, dus daar kan ik niets over zeggen.

Het beste uitzicht heb ik recht voor me. Onder een schilderij van een landschap staat een bank, met daarop een hond op een gestreept dekentje. Af en toe rekt ze zich slaperig uit, tilt haar kop op en kijkt door het raam. Dat is voor mij rechts, buiten mijn gezichtsveld, dus wat zich daar afspeelt kan ik niet rapporteren. Elke keer als de hond de aandacht van haar vrouwtje heeft, speelt zich hetzelfde tafereel af. “Jij bent het liefste kantoorhondje van de wereld”, hoor ik haar met een opgewekte toon zeggen en vervolgens graait haar hand in een emmertje hondensnoepjes op het bureau. MiniMix staat op het etiket.

Een paar keer per dag wordt op de deur geklopt en steekt een man zijn hoofd naar binnen, een hand op de klink. Soms wimpelt ze hem met een handgebaar af, ‘zit in een vergadering’ fluistert ze. Vaker wendt ze zich van mij af, naar hem toe. Zij zegt iets als “ik kom zo naar beneden” of hij zegt “ik ben nu even weg”. Hij buigt zich voorover en kust haar.
Een jonge man die erg op haar lijkt, komt halverwege de ochtend altijd een kop koffie brengen.

Vanuit mijn uiterste linkerooghoek zie ik een deel van het magneetbord aan de muur. Briefjes, zwart-wit foto’s en visitekaartjes hebben er een plekje. Ik vermoed dat deze belangrijk voor haar zijn. Als ze er naar kijkt zie ik een zweem van een glimlach.

Mijn dienst zit er bijna op. Als haar blik door de kamer dwaalt houd ik mijn adem in. Want je weet maar nooit.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.